Trickle-Down Effect voor KMO’s
- Maaike P
- 11 mrt
- 3 minuten om te lezen
KMO’s kampen met een toenemende administratieve last. KMO’s moeten duurzaamheidsgegevens invoeren in tientallen databanken, opgelegd door zowel andere bedrijven als overheden. Dit fenomeen wordt beschreven in een recent artikel in De Standaard (Sioen, 2025), waarin CEO Anthony Botelberge van Frigilunch uitlegt hoe het trickle-down effect binnen regelgeving KMO’s zwaar treft. Wat bovenaan wordt beslist, sijpelt door naar KMO’s, die vaak minder middelen hebben om hiermee om te gaan. (Lees het volledige artikel hier).
Om deze wildgroei aan verplichtingen te verlichten, komt de VSME-richtlijn in beeld. Deze vereenvoudigde rapportagestandaarden, voortvloeiend uit de CSRD, bieden KMO’s een haalbare manier om duurzaamheidsrapportering te integreren zonder te verdrinken in bureaucratie. (Lees hier de officiële VSME-standaard). Daarnaast introduceerde de EU op 26 februari 2025 de Omnibuswet (Meer over de Omnibuswet).
Maar de vraag blijft: verlichten deze initiatieven de administratieve druk daadwerkelijk? Hieronder belichten we hoe het trickle-down effect werkt, welke nieuwe regels KMO’s moeten kennen en hoe zij zich hierop kunnen voorbereiden.
1. Trickle-Down Effect: Regelgeving sijpelt door naar KMO’s
Veel regelgeving is gericht op grote bedrijven, maar de naleving ervan vereist data uit de volledige toeleveringsketen. Grote bedrijven, zoals supermarktketens, leggen deze eisen vervolgens op aan hun KMO-leveranciers. Dit leidt tot een kettingreactie:
🔹 Duurzaamheidsrapportering → Grote bedrijven moeten hun CO₂-uitstoot en ketentransparantie aantonen, dus vragen ze deze gegevens aan hun leveranciers.
🔹 Meerdere standaarden → Elke supermarkt hanteert eigen databanken en kwaliteitsnormen, waardoor KMO’s dezelfde gegevens herhaaldelijk moeten invoeren in verschillende systemen.
🔹 Extra kosten en personeel → KMO’s moeten investeren in duurzaamheidsmanagers en administratieve medewerkers om aan de eisen te voldoen, wat marges onder druk zet.
Voor Frigilunch (zie DS-artikel) betekent dit dat ze hun gegevens in 28 verschillende databanken moeten invoeren, terwijl de administratieve last 80% van hun voorbereidend werk in beslag neemt. Dit kan niet de bedoeling zijn van duurzaamheid.
2. De VSME-richtlijn: Een verlichting voor KMO’s?
Om KMO’s te ontlasten, heeft de EU de VSME-richtlijn ontwikkeld. Dit is een afgeslankte versie van de CSRD, specifiek gericht op bedrijven die onder de volledige CSRD-verplichtingen uitkomen.
Wat betekent dit voor KMO’s?
🔹 Minder gedetailleerde rapportage: KMO’s hoeven enkel de meest relevante duurzaamheidsdata te rapporteren.
🔹 Eenvoudiger format: Standaardrapporten maken de administratieve verwerking efficiënter.
🔹 Meer proportionaliteit: De eisen worden afgestemd op de grootte en impact van het bedrijf.
De officiële VSME-standaard, opgesteld door EFRAG, geeft bedrijven een helder kader om aan hun rapportageverplichtingen te voldoen zonder onnodige complexiteit. (Lees hier de volledige VSME-standaard).
Hoewel dit een stap in de goede richting is, blijft de praktijk weerbarstig: als klanten van KMO’s toch uitgebreide rapportage eisen, kan het effect van deze vereenvoudiging beperkt blijven.
3. Omnibuswet: minder administratieve rompslomp
Voor KMO’s kan deze wet verlichting brengen door administratieve verplichtingen te stroomlijnen: Standaardisatie van gegevensuitwisseling voorkomt dat KMO’s dezelfde informatie steeds opnieuw moeten invoeren.
Als deze wet correct wordt toegepast, kan ze helpen om de wildgroei aan eisen en databanken terug te dringen. (Meer over de Omnibuswet).
4. Hoe kunnen KMO’s zich voorbereiden?
Gezien de toenemende regeldruk is het belangrijk dat KMO’s strategisch omgaan met duurzaamheidsrapportering. Enkele concrete stappen:
🔹 Gebruik digitale tools: Geautomatiseerde systemen kunnen helpen bij het verzamelen en delen van duurzaamheidsgegevens.
🔹 Samenwerking in de sector: Door met andere KMO’s en brancheorganisaties samen te werken, kunnen standaarden en best practices gedeeld worden.
🔹 Interne training en expertise opbouwen: Het opleiden van medewerkers in duurzaamheidsrapportering voorkomt dat externe consultancykosten te hoog oplopen.
🔹 In gesprek gaan met klanten: Onderhandelen over redelijke administratieve lasten kan voorkomen dat KMO’s overbelast worden.
Conclusie: Een stap in de goede richting, maar nog geen definitieve oplossing
De administratieve last voor KMO’s in de voedingssector blijft een grote uitdaging. De VSME-richtlijn en de Omnibuswet zijn positieve ontwikkelingen, maar de echte test zal zijn hoe deze regelgeving in de praktijk wordt toegepast. Zolang supermarkten en grote bedrijven uitgebreide rapportages blijven eisen, blijft het risico bestaan dat KMO’s verdrinken in bureaucratie.
Om als KMO toekomstbestendig te blijven, is het cruciaal om proactief met duurzaamheidsrapportering om te gaan en efficiëntie te zoeken in digitale tools en samenwerking. Contacteer ons voor een proactieve begeleiding!
Bronnen:
Sioen, L. (2025, 10 maart). Voedingssector kreunt onder regeldruk: “Naast onze kok staan mensen met twee doctoraten in de voedingsleer”. De Standaard. Geraadpleegd op 11 maart 2025, van www.standaard.be.
Europese Commissie. (2025). Omnibuswet. Geraadpleegd op 11 maart 2025, van https://commission.europa.eu/publications/omnibus-i_en.
EFRAG. (2024). VSME-standaard voor duurzaamheidsrapportage. Geraadpleegd op 11 maart 2025, van EFRAG-website.


Opmerkingen